Het beschermd bereik van het onderdeel File Threat Protection instellen

Het beschermd bereik verwijst naar de objecten die het onderdeel scant wanneer het is ingeschakeld. De beschermde bereiken van de verschillende onderdelen hebben verschillende eigenschappen. De locatie en de soort bestanden die moeten worden gescand zijn eigenschappen van het beschermd bereik van het onderdeel File Threat Protection. Standaard scant het onderdeel File Threat Protection alleen bestanden die mogelijk geïnfecteerd kunnen raken die vanaf harde schijven, verwisselbare schijven of netwerkschijven worden uitgevoerd.

Wanneer u selecteert welke bestanden moeten worden gescand, moet u rekening houden met het volgende:

  1. Er bestaat een kleine kans dat kwaadaardige code wordt geïntroduceerd in bestanden met bepaalde indelingen en dat deze vervolgens wordt geactiveerd (bijvoorbeeld TXT-indeling). Tegelijkertijd bestaan er ook bestandsindelingen die uitvoerbare code bevatten (zoals .exe, .dll). De uitvoerbare code kan ook opgenomen zijn in bestanden met indelingen die niet voor dit doel bedoeld zijn (bijvoorbeeld het DOC-formaat). Het risico op binnendringing en de activering van schadelijke code in zulke bestanden is groot.
  2. Een indringer kan een virus of een ander schadelijk programma naar uw computer sturen in een uitvoerbaar bestand waarvan de extensie in .txt is gewijzigd. Als u het scannen van bestanden op extensie selecteert, slaat het programma dit bestand tijdens de scan over. Als het scannen van bestanden volgens indeling is geselecteerd, analyseert Kaspersky Endpoint Security voor bestanden de bestandsheader, ongeacht de extensie. Als deze analyse aantoont dat het bestand de indeling van een uitvoerbaar bestand heeft (bijvoorbeeld EXE), scant het programma het bestand.

Zo maakt u het beschermd bereik aan:

  1. Klik in het hoofdvenster van het programma op de knop icon_settings.
  2. Selecteer Essential Threat ProtectionFile Threat Protection in het venster met de programma-instellingen.
  3. Klik op Geavanceerde instellingen.
  4. Geef in het blok Bestandstypen op welke bestanden het onderdeel File Threat Protection moet scannen:
    • Alle bestanden. Als deze instelling is ingeschakeld, worden alle bestanden gecontroleerd door Kaspersky Endpoint Security, zonder uitzondering (alle indelingen en extensies).
    • Bestanden gescand op indeling. Als deze instelling is ingeschakeld, scant het programma alleen infecteerbare bestanden. Alvorens een bestand te scannen op schadelijke code, wordt de interne header van het bestand geanalyseerd om de indeling van het bestand te bepalen (bijvoorbeeld .txt, .doc, of .exe). De scan zoekt ook naar bestanden met bepaalde bestandsextensies.
    • Bestanden gescand op extensie. Als deze instelling is ingeschakeld, scant het programma alleen infecteerbare bestanden. De bestandsindeling wordt dan bepaald op basis van de bestandsextensie.
  5. Klik op de koppeling Beschermd bereik bewerken.
  6. Selecteer in het venster dat opent de objecten die u aan het beschermd bereik wilt toevoegen of daarvan wilt uitsluiten.

    U kunt geen objecten verwijderen of bewerken die in het standaard beschermd bereik zijn opgenomen.

  7. Als u een nieuw object aan het beschermd bereik wilt toevoegen:
    1. Klik op Toevoegen.

      De mappenboom wordt geopend.

    2. Selecteer een object om toe te voegen aan het beschermd bereik.

    U kunt een object van scans uitsluiten zonder het uit de lijst met objecten in het scanbereik te verwijderen. Schakel hiervoor het selectievakje naast het object uit.

  8. Sla uw wijzigingen op.

     

Naar boven